Instabiliteit van de schouder

Wat is het?

De schouder is het meest beweeglijke gewricht van ons lichaam. Deze grote bewegingsvrijheid maakt het mogelijk om onze arm in bijna alle richtingen te bewegen, maar betekent ook dat de schouder minder stabiel is dan andere gewrichten. Soms kan de schouder "uit de kom" gaan (=luxatie) of het gevoel geven dat hij op het punt staat uit de kom te schieten. Dit noemen we schouderinstabiliteit. Een schouderluxatie naar voor is veel frequenter dan een schouderluxatie naar achter.

Stabiliserende structuren van de schouder

De voornaamste stabiliserende structuren zijn het kapsel, labrum en ligamenten. Het schouderkapsel is een dunne laag die het volledige gewricht aflijnt.  Gewrichtsbanden (ligamenten) zijn extra verstevigingen die overmatige bewegingen voorkomen, vaak sterk verweven met het kapsel.  Het labrum is een soort van stevige bumper rondom de schouderkom. Dit zorgt ervoor dat de kom dieper wordt en is ook een aanhechtingsplaats voor de gewrichtsbanden. Het kapsel, gewrichtsbanden en labrum zorgen er mee voor dat de kop in de kom gehouden wordt en hebben dus een stabiliserende functie.

Daarnaast wordt de schouder omgeven door een manchet van spieren/pezen, genaamd rotator cuff. Deze spieren duwen de schouderkop actief in de kom en zorgen zo ook voor extra stabiliteit. 

Oorzaken

Schouderinstabiliteit kan verschillende oorzaken hebben:

• Een ongeval of blessure – Bijvoorbeeld een val of sportongeval waarbij de schouder met kracht uit de kom is gegaan. Hierbij kunnen het labrum, gewrichtsbanden en kapsel beschadigd raken.

• Herhaaldelijke kleine bewegingen – Bij sommige sporten of beroepen met veel herhalende eindstandige bewegingen (zoals volleybal, zwemmen) kan de stabiliteit langzaam verminderen door het uitrekken van  of herhaaldelijk beschadigen van de stabiliserende structuren.

• Aangeboren soepelheid – Sommige mensen hebben van nature soepelere gewrichtsbanden, waardoor er een groter risico is op het ontwikkelen van instabiliteit

Klachten

Veelvoorkomende klachten zijn:

• schouder uit de kom: zichtbare verplaatsing van de schouder na een ongeval of verkeerde beweging, waarbij de schouder niet meer kan bewogen worden

• Een gevoel dat de schouder "los" zit of makkelijk verschuift

• Angst om bepaalde bewegingen te maken, omdat het gevoel optreedt dat de schouder uit de kom kan gaan

Diagnose

De diagnose wordt gesteld op basis van een gesprek, lichamelijk onderzoek en meestal extra beeldvorming.

• Lichamelijk onderzoek –De beweeglijkheid en stabiliteit van de schouder wordt getest op de raadpleging.

• RX– Een röntgenfoto kan botbreuken of andere afwijkingen tonen. 

• Bijkomende scan (artro-CT of artro-MRI) – Vooral om de gewrichtskom en labrum/kapsel/ligamenten te beoordelen

Behandeling

De behandeling hangt af van de oorzaak, ernst en duur van de klachten.

1. Conservatief (zonder operatie)

   • kinesitherapie: gericht op het versterken van de spieren rond de schouder en het verbeteren van de coördinatie.

   • Vermijden van risico-activiteiten

2. Operatief herstel schouderluxatie naar voor
   Als de klachten blijven bestaan of er sprake is van herhaalde luxaties, kan een operatie nodig zijn. Hiervoor bestaan 2 courante operaties: ofwel een labrumherstel via kijkoperatie, ofwel een latarjet stabilisatie. De keuze voor 1 van deze 2 ingrepen is afhankelijk van verschillende factoren: de vastgestelde letsels op scan, leeftijd, sportactiviteiten, aantal doorgemaakte luxaties, etc. Je kan hierover meer informatie vinden door te klikken op de operatie.

3. Operatief herstel schouderluxatie naar achter

Een schouderluxatie naar achter is complexer dan een schouderluxatie naar voor, maar ook veel zeldzamer. Hiervoor zijn veel verschillende behandelingen mogelijk, zoals labrumherstel, posterieure bone block procedure, McLaughlin procedure, derotatie osteotomie,... Gezien de complexiteit en de zeldzaamheid gaan we hier niet dieper op in. Deze opties zullen met u besproken worden op de raadpleging