Platvoeten

Bij een platvoet is de binnenboog van de voet doorgezakt of verdwenen. De enkel lijkt naar binnen te zakken en de hiel staat vaak iets naar buiten gekanteld.

Platvoeten komen vaak voor: 25% van de volwassenen heeft een platvoet, bij kinderen komt dit nog vaker voor.   Het tegenovergestelde van een platvoet is een holvoet. Bij een spreidvoet is vooral het voorvoetsgewelf doorgezakt.

Oorzaken

Bij kinderen

  • Soepele platvoeten zijn bij jonge kinderen normaal door de soepelheid van hun gewrichten. Bij de meeste kinderen ontwikkelt de voetboog zich spontaan voor de leeftijd van 10 jaar. Soms blijft de voet plat door een aangeboren vergroeiing (‘bar’) tussen de beentjes van de achtervoet. Platvoeten bij kinderen zijn dus meestal aangeboren en niet het gevolg van slecht schoeisel of het ontbreken van steunzolen.

Bij volwassenen

  • Vaak is de platvoet al aanwezig sinds de kindertijd en gebaseerd op aanleg. Soms ontstaat een verworven platvoet later in het leven. De meest voorkomende oorzaak is een overbelasting of scheur van de tibialis posteriorpees (aan de binnenzijde van de voet). Ook beschadiging van het springligament kan de voetboog doen doorzakken.

Soorten platvoeten

  • Soepele platvoet: de voetboog verschijnt opnieuw wanneer men op de tenen gaat staan.
  • Rigide platvoet: de voet blijft plat, ook bij teenstand. Dit kan wijzen op een onderliggende afwijking zoals artrose, een ‘bar’ of neurologisch probleem.

Symptomen

  • Vaak geen klachten.
  • Pijn of vermoeidheid in voeten of benen bij stappen.
  • Pijn aan de binnenzijde van de voet bij overbelasting of scheur van de tibialis posteriorpees.
  • Drukklachten, kniepijn of rugklachten.

Diagnose

  • De diagnose wordt gesteld met een klinisch onderzoek. Een röntgenfoto of CT-scan toont de stand van de voet en eventuele slijtage. Een MRI-scan kan peesproblemen (zoals scheur van de tibialis posterior) zichtbaar maken.

Niet-operatieve behandeling

  • Geen klachten → niet altijd behandeling nodig.
  • Bij kinderen ouder dan 7 jaar worden soepele platvoeten alleen behandeld als er klachten zijn.
  • Steunzolen kunnen klachten verlichten en voorkomen, maar veranderen de voetvorm niet.
  • Dragen van stevig schoeisel.
  • Orthopedische schoenen kunnen in ernstige gevallen (extreme standafwijking of stijve platvoet) verlichting geven.

Operatieve behandeling

  • Chirurgie wordt enkel overwogen bij uitgesproken klachten of stijve platvoeten:

    • Kinderen: soms kan een schroef of plug geplaatst worden om doorzakking tegen te houden. Bij een stijve platvoet door een ‘bar’ kan geprobeerd worden de vergroeiing los te maken.
    • Volwassenen: bij scheur van de tibialis posteriorpees kan een peestransfert worden uitgevoerd, gecombineerd met een correctie van de stand van het hielbeen. Bij stijve voeten of duidelijke slijtage kan een arthrodese (vastzetten van gewrichten in de achtervoet) nodig zijn.

Na de operatie

  • Eerste 2 weken: gipsverband zonder belasting, voet in hoogstand
  • Vanaf week 2: gipsverband zonder belasting
  • Vanaf week 6: afneembare Walker-laars met gedeeltelijke steunname en start kinesitherapie
  • Vanaf week 10: dragen van eigen schoeisel (met steunzolen)
  • Het herstel vraagt minstens 6 maanden.