Chronische laterale enkelinstabiliteit
Chronische enkelinstabiliteit betekent dat de enkel herhaaldelijk omklapt of 'verstuikt', vooral aan de buitenzijde (laterale enkel). Dit gebeurt omdat de gewrichtsbanden (ligamenten) te soepel of onvoldoende stevig zijn geworden. Hierdoor ontstaat een gevoel van instabiliteit, pijn en een verhoogd risico op nieuwe verstuikingen.
Wat is chronische enkelinstabiliteit?
Bij een chronisch instabiele enkel zijn de ligamenten aan de buitenzijde van de enkel uitgerekt of verzwakt. De drie belangrijkste banden die de buitenenkel stabiliseren zijn:
- Het voorste talofibulaire ligament
- Het calcaneofibulaire ligament
- Het achterste talofibulaire ligament
Wanneer deze banden onvoldoende steun geven, kan de enkel gemakkelijk opnieuw omslaan met telkens een risico op kraakbeenschade in de enkel.
Oorzaken en risicofactoren
Ligamentair letsel
Een klassieke enkelverstuiking veroorzaakt een scheur of uitrekking van de buitenste enkelbanden. Hoewel dit meestal geneest met rust en kinesitherapie, kan de enkel bij herhaalde verstuikingen blijvend instabiel blijven.
Veralgemeende laxiteit
Sommige mensen hebben van nature soepele gewrichtsbanden. Hierdoor wordt de enkel sneller instabiel.
Standafwijkingen
Platvoeten of holvoeten veranderen de stand van de enkel en verhogen het risico op letsels. Ook X- of O-benen kunnen bijdragen. Soms kan een ligamentair probleem zelf aanleiding geven tot een afwijkende voetstand.
Onderliggende gewrichtsproblemen
Artrose, kraakbeenletsels of gewrichtsontstekingen kunnen zorgen voor pijn, verzwakte spieren en een foutieve stand, waardoor de enkel instabieler wordt.
Symptomen
- Herhaaldelijk omslaan van de enkel, ook bij kleine oneffenheden.
- Pijn rond de buitenzijde van de enkel, vooral bij bewegen of sporten.
- Gevoel dat de enkel 'los' zit.
- Soms stijfheid of startpijn na rust.
- In uitzonderlijke gevallen nachtelijke pijn.
Diagnose en onderzoek
-
De arts stelt de diagnose op basis van uw klachten en een klinisch onderzoek, waarbij vooral de stabiliteit van de enkel getest wordt.
-
Aanvullende onderzoeken zoals echografie, MRI of SPECT-CT kunnen worden gebruikt om de ernst van de ligamentaire schade en eventuele kraakbeenletsels in kaart te brengen.
Niet-operatieve behandeling
-
Bij chronische enkelinstabiliteit is de eerste stap meestal een intensieve revalidatie onder begeleiding van een kinesist:
- Mobilisatie: voorkomen dat het gewricht stijf wordt.
- Spierkracht opbouwen: vooral rond de buitenzijde van de enkel.
- Proprioceptie-oefeningen: reflexen en evenwicht trainen om nieuwe letsels te vermijden.
Daarnaast kunnen hulpmiddelen zoals een enkelbrace tijdelijk ondersteuning geven, bijvoorbeeld bij sport. Bij afwijkende voetstand kunnen steunzolen nuttig zijn. In bepaalde gevallen kan een cortisone-injectie helpen om een ontsteking en zwelling onder controle te krijgen.
Operatieve behandeling
-
Wanneer de klachten ondanks kinesitherapie blijven bestaan en de enkel frequent blijft omslaan, kan een operatie in dagziekenhuis nodig zijn. Mogelijke ingrepen zijn:
- Opspannen van de eigen enkelbanden (Broström-Gould), vaak in combinatie met het plaatsen van een kunstligament (InternalBrace) om de revalidatie te versnellen.
- Soms is een bijkomende arthroscopie (kijkoperatie) nodig voor het behandelen van kraakbeenletsels.
- Anatomische reconstructie: bij ernstig weerkerend letsel wordt een pees van de hamstrings of een donorpees gebruikt om een nieuwe band te maken.
Herstel na de operatie
- Eerste 2 weken: gips en steunverbod, voet hoog leggen tegen zwelling
- Na 2 weken: loopgips of walking boot
- Na 4 weken: starten met gangrevalidatie en spieropbouw onder begeleiding van een kinesist.
- Sporthervatting doorgaans 4 maanden na de ingreep.
Veelgestelde vraag: is de operatie pijnlijk?
De ingreep gebeurt meestal onder een rachi anesthesie (ruggeprik). Hierdoor voelt u tijdens de ingreep geen pijn. Op verzoek kan sedatie gebruikt worden om de ingreep comfortabel te laten verlopen.
Na de operatie krijgt u pijnstillers voorgeschreven. Door de voet goed hoog te leggen kan zwelling en pijn beperkt worden.