Acromioclaviculaire artrose


Wat is het?

Het acromioclaviculair gewricht is het gewricht tussen het acromion (dakje van de schouder) en de clavicula (sleutelbeen). Als er slijtage optreedt van het kraakbeen in dit gewricht, spreken we van acromioclaviculaire (AC) artrose.  

De oorzaak kan slijtage zijn door overmatig gebruik of eventueel beschadiging na een vroeger trauma. 

AC artrose is heel frequent, maar veroorzaakt zeker niet bij iedereen klachten.

Klachten

De voornaamste klacht is pijn bovenop het schoudergewricht. Soms kan ook uitstraling optreden naar de halsregio. Uitzonderlijk kan er zelfs een cyste gevormd worden. Sporadisch hebben mensen ook een krakend gevoel.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld op basis van het klachtenpatroon, klinisch onderzoek en kan verder worden aangevuld met klassieke beeldvorming zoals een RX opname en echografie.

Soms is het nodig om een bijkomende scan uit te voeren, zoals artro-CT, MRI of botscan.

Behandeling

De niet-operatieve behandeling bestaat in eerste instantie uit pijnstilling/ontstekingsremmers en relatieve rust. Bij onvoldoende beterschap kan er worden overgegaan tot een lokale infiltratie met cortisone. Bij goed effect kan deze infiltratie herhaald worden. 

Bij blijvende pijnklachten ondanks conservatieve behandeling kan een operatie overwogen worden. Hierbij wordt een klein stukje van het uiteinde van het sleutelbeen verwijderd, zodat het sleutelbeen en acromion niet meer tegen elkaar duwen. Dit wordt een AC resectie genoemd en gebeurt meestal via een kijkoperatie, maar kan ook via een open incisie uitgevoerd worden.