Een heupartroscopie wordt meestal uitgevoerd owv een heupinklemming, het zogeheten ‘femoro-acetabulair impingement’ (FAI) en/of voor labrumletsels., die vaak hiervan het gevolg zijn.
Bij een impingement is er sprake van een conflict tussen de hals van de heup, de femurnek, en de pan van de heup, het acetabulum. De inklemming is het gevolg van een heupkom die wat te diep ontwikkeld is (PINCER type impingement) of een teveel aan bot op de nek van de heup (CAM type impingement). Deze inklemming leidt tot scheuren in het labrum, een elastische ringvormige structuur die de rand van de heupkom bekleedt. Typische klachten zijn pijn in de lies en rond het zitvlak, vooral bij pivoterende bewegingen van het been zoals bij het in en uit de wagen stappen.
.